Vandaag is het 5 mei, ‘bevrijdingsdag’.
Mijn vriend en ik gaan naar het bevrijdingsfestival in Rotterdam.
Al jaren zijn die festivals voornamelijk bedoeld voor jongeren die van popmuziek houden.
Bij het binnentreden van het feestterrein moet mijn vriend zijn rugzak laten inspecteren door een van de securityboys die de ingangen controleren.
Terwijl ik sta te luisteren naar de muziek, denk ik terug aan mijn bevrijdingsdag vorig jaar. Toen was het evenals vandaag mooi weer, maar daar kon ik toen maar beperkt van genieten, aangezien onze gezellige fietsdemo eindigde met arrestatie en opsluiting met veel te veel mensen in vochtige cellen van de rechtbank in Utrecht.
Mijn stemming van vandaag wordt er door beïnvloed, ik geef het toe.
Omdat er altijd wat kraampjes staan van ngo’s, kan ik het dus niet laten met de ‘humanitaire’ clubs een kritisch praatje aan te knopen.
Terwijl we richting kraampjes lopen, passeert ons met snelle tred een grote groep mannen met donkere pakken. Ik zie tot mijn verbazing Jan Peter B., met een veel te bruin hoofd, voorbij benen. Omringd door ‘heren’ van de DKDB. “Hoe komt die Balkenende zo ordinair bruin?” vraag ik me af. Te vaak naar de zonnebank, of misschien net terug uit Afghanistan?
Ik ga eens letten op de hoeveelheid security, en het is stuitend, zoveel als er zijn. Ze lopen overal, met hun blauwe hesjes aan. Ze staan zelfs op de daken! Ook de smeris is in groten getale aanwezig. In de uren nadat JP het feestterrein verlaten heeft, lijken het er alleen nog maar meer te worden. Ik signaleer er ook vele in burger.
Dan word ik aangesproken door een blije jongen in een oranje T-shirt, of ik zin heb om in 15 seconden voor de camera te vertellen wat ik denk van bevrijdingsdag. 15 seconden? Dat is wel erg kort.... “Wat gaat ermee gebeuren?” wil ik weten. “Nou”, zegt de jongen wervend, ‘de leukste bijdragen worden aan het eind van de dag op het grote podium vertoond!”. “O, dus het moet leuk zijn! Is dat het criterium?” vraag ik. “Ik zie niks van bevrijding, ik zie alleen maar rondspiedende beveiliging. We zijn hier allemaal potentieel verdacht. Is dat vrijheid? Ik dacht van niet.... Zal ik dat zeggen?”. “Dat mag ook”, antwoordt de jongen iets minder blij. “Laat maar” zeg ik, “dit soort bijdrages kiezen jullie toch niet uit...” Hij geeft geen antwoord, dus ik weet genoeg.
Bij het standje van Amnesty International vraagt een meisje, type studente, of ik mijn handtekening wil zetten voor de vrijlating van een student uit China. Ik zeg: “Makkelijk is dat, afkeurend wijzen naar China, maar als Chinese mensen hier asiel willen aanvragen, moeten ze volgens veel mensen opgesloten worden en dan zo snel mogelijk terug naar het land van de slechte mensenrechten”. Het lukt me niet een deukje in haar pantser te slaan. Met de routine van een callcenter medewerkster en een ijzeren glimlach geeft ze me het standaard Amnesty riedeltje en gaat met een “Nog een prettige dag mevrouw” naadloos over in het benaderen van een volgende potentiële petitieondertekenaar.
Mijn telefoon gaat. “Met de gevangenis in Dordrecht, ik heb een gesprek voor u”. Het is Karim. Hij spreekt Frans, ik versta lang niet alles, afgezien van het feit dat de rockband op het podium ook niet bepaald zacht staat afgesteld. Wat ik wel versta is dat hij graag wil dat ik op bezoek kom. Ik had vanochtend al gebeld met Dordrecht, maar daar is het ‘een zondag’, en dus: morgen terugbellen, vandaag kan geen afspraak worden gemaakt. (Nee, en 30 april niet, 1 mei niet, en 3 en 4 mei niet, want ook geen werkdagen).
Karim vertelt dat hij in de P.I. Den Haag 29 dagen in de iso heeft gezeten. Daarna is hij voor een paar dagen naar de Schie in Rotterdam gebracht. Zijn sierraden en kleding zijn in Den Haag achtergebleven, hij heeft al diverse klachtenformulieren ingeleverd, maar zonder resultaat. Nu zit hij dus in Dordrecht, óók in de iso. Intussen is zijn moeder overleden; hij wil graag naar de begrafenis. Of ik zijn (lousy) advocaat wil bellen. Ik beloof dat te doen, en te proberen of ik bezoek kan regelen.
Op naar de volgende kraam: VluchtelingenWerk Nederland. Ik krijg allerlei foldertjes in mijn handen gedrukt, en of ik misschien vrijwilliger wil worden? “Nou nee”, zeg ik, “want ik heb zo mijn bedenkingen over een aantal aspecten van VluchtelingenWerk”. Hij ook, geeft hij toe. Welke de mijne zijn? Ik vertel hem dat ik vind dat VluchtelingenWerk zich niet geloofwaardig maakt als steunpunt voor vluchtelingen, als ze zich tegelijkertijd ook inzetten om vluchtelingen vrijwillig te laten terugkeren. Blijkbaar waren dat niet de aspecten die de vrijwilliger van VluchtelingenWerk niet zag zitten, want hij zegt dat hij regelmatig gesprekken met mensen aanknoop in de trant van: “U ziet toch zelf ook wel in dat het leven in de illegaliteit geen doen is, dus heeft u al over terugkeer gedacht?” “Dat bedoel ik dus, dat vind ik zo fout!”, roep ik. “Maar het is voor hun eigen bestwil”, spreekt de man beteuterd. “Ja, dat zegt de vreemdelingenpolitie ook!”, zeg ik, hierbij puttend uit eigen ervaring. Hierna hebben we de discussie gestopt, maar niet nadat ik nog hun tijdschrift ‘Contouren’ had meegegrist.
Interessant tijdschrift! Mijn exemplaar is van herfst 2007 en gaat geheel over het generaal pardon. Juichende vluchtelingen, juichende directeur en medewerkers van VluchtelingenWerk. Nederland bestaat uit louter gelukkige gepardonneerde vluchtelingen , Nederland is een goed land met veel aardige mensen.
Er staat een column in van Albayrak, waarin de aap uit de mouw komt en de adder onder het gras duidelijk zichtbaar wordt, want ze schrijft onder meer:
‘(Generaal pardon) Een regeling waar we niet alleen blij mee zijn omdat die bijdraagt aan de oplossing van een schrijnend maatschappelijk probleem, maar die ook noodzakelijk is. Want we moeten de erfenis van de oude Vreemdelingenwet afhandelen om de huidige Vreemdelingenwet 2000 - die goed werkt - optimaal te kunnen blijven uitvoeren. Om te voorkomen dat we daar (weer) vastlopen, moeten we alle beschikbare capaciteit inzetten.
Met de regeling trekken we een streep en dat houdt vanzelfsprekend in - hoe vervelend ik dat ook vind - dat er mensen buiten de boot vallen. Vreemdelingen die niet voldoen aan de voorwaarden - in het kort, zich vóór 1 april 2001 gemeld voor asiel en ononderbroken verblijf in Nederland, geen gevaar voor de openbare orde of nationale veiligheid - kunnen geen aanspraak maken op voorzieningen en zullen moeten vertrekken, al dan niet met hulp van de Dienst Terugkeer en Vertrek, desnoods gedwongen.’
Zo, dat is duidelijke taal! En wat ook duidelijk is, is dat VluchtelingenWerk langzaam heeft toegewerkt naar het onderschrijven van deze boodschap. Want op de laatste blz. van het tijdschrift staan afbeeldingen van oude ‘Contouren’. In zomer 2005 was het thema: ‘Roep om ruimer pardon - Terugkeerbeleid stuit op steeds meer verzet’, in winter 2006 was het thema: ‘Vreemdelingenwet 2000 - een ontspoorde wet’.
VluchtelingenWerk gaat echt met zijn tijd mee! Het woord ‘collaboratie’ dringt zich aan me op, zou dat alleen komen omdat het ‘thema’ van vandaag ‘bevrijdingsdag’ is?
Naast VluchtelingenWerk staat een man, die ons uitnodigt een computerspelletje te spelen. “Een vreedzaam computerspelletje”, verduidelijkt hij. Ik zie het bord waarop reclame wordt gemaakt - foto’s van soldaten en tanks. “Vreedzaam?” vraag ik verbaasd. “Dat bord wijst daar niet op”. Nee, het ging om ‘humanitaire missies’, dus vreedzaam. “O, dus zoals ‘wij’ in Afghanistan doen!” roep ik spottend. Die man begrijpt gelukkig wél wat ik bedoel...
Als ik later vanmiddag nog een telefoontje krijg van Moussa die vertelt dat de regel in de Bijlmerbajes is dat een gevangene maar 10 minuten per week mag bellen, heb ik mijn buik vol van die schijnheilige praat over ‘vrijheid’. Vrijheid - het hangt samen met de groeiende tweedeling tussen rijk en arm. De rijken worden steeds rijker en de armen steeds armer. De rijken krijgen steeds meer vrijheid en de armen steeds minder. De rechten van gevangenen worden steeds meer ingeperkt, de vrijheidsstraffen hoger en zwaarder. Mensen zonder papieren hébben niet eens meer recht op vrijheid. Schaf dus maar af, die ‘bevrijdingsdag’! Of hou ‘m in stand, maar laten we er dan daadwerkelijk een ‘bevrijdingsdag’ van maken. Verniel alle camera’s, verwijder alle beveiligers en dragers van het ‘geweldsmonopolie’ en bovenal: sloop alle bajessen!
Namen van gevangenen en de P.I.’s waarin ze verblijven zijn veranderd om eventuele problemen voor hen te voorkomen.
Janneke van Beek,
6 mei 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten