zaterdag 10 mei 2008

Zwartboek Uitzetcentrum Zestienhoven - voorwoord

 

"De gevangenis en de autoriteiten zweren samen om ieder van zijn waardigheid te beroven".
(Nelson Mandela in "De lange weg naar de vrijheid")

"Als mensen worden opgesloten, zijn ze gedwongen om enkele fundamentele psychologische aanpassingen te maken. Het meest verpletterende is het totale verlies van elk greintje van persoonlijk macht en autonomie".
(John Bowden in: "De gevangenis – een misdaad tegen de mensheid")

Voorwoord

Beschrijving van het 'centrum'

Cel, door het deurluikje gezien Uitzetcentrum Rotterdam, zoals de officiële naam luidt, is gebouwd in een oude hangar op het terrein van de luchthaven, waarin cellen voor gedetineerde mensen zonder papieren zijn gebouwd.

De cellen, waarin geen direct zonlicht valt, zijn een stuk kleiner dan de cellen in bijvoorbeeld een huis van bewaring.

De oppervlakte van de cellen, voor eenpersoonscellen 5 vierkante meter en voor tweepersoonscellen 12 vierkante meter, is erg klein. De eenpersoonscellen zijn zelfs twee keer zo klein als de standaardmaat voor eenpersoonscellen in een gevangenis.

Luchten vindt plaats in kleine kooien, afgescheiden van de buitenwereld door gaas, met ondoorzichtig doek ervoor.

Kantoorgedeelte

De kerkdiensten vinden plaats in het kantoorgedeelte van het uitzetcentrum, een tegen het cellencomplex aangebouwde keet van drie verdiepingen. Daarin huist de medische dienst, daar hebben een aantal mensen hun kantoor, waaronder de geestelijke verzorging. Waarschijnlijk zitten daar ook de IND en het IOM.

Er zijn een aantal grotere ruimten die voor meerdere doeleinden gebruikt worden. Zo wordt de kantine voor het personeel en de ruimte ernaast ook wel gebruikt voor medische controles en presentaties van gevangenen aan afgevaardigden van ambassades.

De gevangenen

In uitzetcentrum Zestienhoven zitten mensen opgesloten wiens enige ‘misdaad’ is dat ze zonder de juiste papieren in Nederland zijn. Ze zitten daar in afwachting van hun uitzetting uit Nederland. Dit centrum vertegenwoordigt, samen met uitzetcentrum Schiphol-Oost, het laatste stadium van de Nederlands uitzetmachine. Alvorens in dit centrum te belanden hebben mensen al een periode, variërend van één dag tot 14 dagen, in een cel in een politiebureau doorgebracht, en hebben meestal ook in één of meer detentiecentra gevangen gezeten.

Het woord ‘detentiecentrum’ is een eufemisme voor ‘gevangenis’. Het geeft een legaal vernisje aan het feit dat het merendeel van de mensen die in deze instellingen vast zitten, geen ‘strafbaar feit’ gepleegd hebben.

Niet alle mensen in vreemdelingenbewaring, ook niet die in Zestienhoven, worden daadwerkelijk uitgezet. Een groot deel van de mensen wordt op straat gezet, met een brief waarin staat dat men binnen een termijn van 2 of 3 dagen het land dient te verlaten. Soms is de bewaring onterecht en wordt schadevergoeding toegekend.
Anders dan door de staatssecretaris wordt verteld, zitten in vreemdelingengevangenissen wel degelijk mensen die een asielaanvraag hebben lopen. En vrijwel iedereen in Zestienhoven is nog in bezig met een procedure.

Geen straf, maar een maatregel

Deze mensen zitten niet gevangen vanwege het plegen van enig ‘crimineel’ feit, deze mensen zitten gevangen onder de noemer: ‘administratieve maatregel’.
In Nederland kun je dus ook ‘administratief’ gevangen zitten.

Mensen die ‘administratief’ gevangen zitten ervaren hun tijd in de gevangenis als extreem zwaar. Om een paar voorbeelden te noemen:

Het is voor mensen vooral onverteerbaar om opgesloten te worden terwijl ze geen ‘strafbaar feit’ gepleegd hebben. "Ik heb niets gedáán!" hoor je vaak zeggen.

Mensen in vreemdelingenbewaring wordt het gevoel gegeven dat ze niets (waard) zijn en dat ze verwijderd dienen te worden uit de Nederlandse samenleving.

Mensen in vreemdelingenbewaring hebben geen enkele zekerheid over de duur van hun detentie, die kan oplopen tot meer dan anderhalf jaar.

Mensen in vreemdelingenbewaring zijn bang om uitgezet te worden. Of, als geen uitzetting volgt, bang om na vrijlating weer opgepakt te worden. Mensen zijn nooit echt vrij, alleen ‘vogelvrij’.

Mensen in vreemdelingenbewaring worden deels bewaakt door personeel van een particulier beveiligingsbedrijf. Dit personeel heeft geen opleiding gehad om mensen op een juiste manier te bejegenen.

Mensen in vreemdelingenbewaring kunnen niet werken en zijn verstoken van enige vorm van opleiding. Er wordt namelijk niet gedacht aan terugkeer in de maatschappij, maar terugkeer úit de maatschappij, naar een andere onveilige maatschappij.

Mijn bezoeken aan uitzetcentrum Zestienhoven

Controletoren, prikkeldraad: eruit! Van 22 maart 2006 tot 26 juni 2007 heb ik mensen bezocht in uitzetcentrum Zestienhoven. Ik maakte deel uit van een bezoekgroep, die eens per week het centrum binnen kon komen door mee te doen aan de (christelijke) kerkdienst. Na afloop van de kerkdienst was er een kwartiertje gelegenheid tot het drinken van een kop koffie en tot contact maken met gevangenen.

De bezoekgroep kon in eerste instantie ook praktisch iets betekenen voor de gevangenen. We deelden telefoonkaarten uit, zorgden voor kleding en belden af en toe met advocaten. Later werden we steeds meer ingeperkt in onze activiteiten. Over alles moest strijd worden geleverd, tot het meenemen van koekjes toe. Uiteindelijk hebben we de strijd op alle fronten verloren, en is de bezoekgroep in zijn geheel ‘uitgezet’. Ikzelf was als eerste de klos, vanwege een smeulend conflict met een van de portiers.

Verslagen

Ik heb telkens nadat ik op bezoek geweest was een verslag gemaakt. De verslagen zijn te lezen op deze site.
Af en toe bezocht ik gevangenen tijdens het reguliere bezoekuur, dus in een één-op-één situatie. Als lid van de bezoekgroep heb ik veel genetwerkt met individuele personen en medewerkers van instanties, zowel via email als in bijeenkomsten. Verslagen hierover en mails zijn gedeeltelijk ook op deze site te lezen.

Misstanden in Nederland

Ik ben gaan deelnemen aan de bezoekgroep omdat ik graag te weten wilde komen hoe mensen in vreemdelingenbewaring worden behandeld. Ik was lid van Amnesty International en vond het merkwaardig dat Amnestyleden zich wel bezig houden met de slechte behandeling van gevangenen in het buitenland, maar in het geheel niet met die van gevangenen in Nederland.
Het is altijd gemakkelijk om met een waarschuwend of beschuldigend vingertje naar andere landen te wijzen, maar de hand in eigen boezem steken en (dus) medeverantwoordelijk zijn voor eventuele misstanden in eigen land, is een stuk meer confronterend.

Het doel heiligt de middelen

Door veel te luisteren en veel te zien ben ik tot de conclusie gekomen dat mensen in vreemdelingenbewaring schandalig behandeld worden. Justitie wekt de schijn dat dit niet zo is, maar onder verhullende woorden gaat een meedogenloos beleid schuil. Een beleid dat doelbewust mensen zodanig breekt dat ze ten lange leste gaan meewerken aan hun uitzetting.

Want uitzetting is het doel waarnaar justitie en in haar kielzog de IND, de Dienst Terugkeer en Vertrek en de vreemdelingenpolitie streven. Daarbij geholpen door zogenaamd goedwillende instellingen als het IOM, Vluchtelingenwerk Nederland, SAMAH, Cordaid, Nidos en anderen, die zich niet zozeer richten op gedwongen vertrek, maar op ‘vrijwillig’ vertrek.

Maar hoe kan vertrek ‘vrijwillig’ zijn? De mensen zijn toch niet naar Nederland gekomen om terug te willen naar hun land van herkomst?

Bejegening van gevangenen

Bejegening noemen ze dat.Terugkeer, verwijdering dus, goedschiks of kwaadschiks. Lees meer over de kwalijke uitzetpraktijken van de Koninklijke Marechaussee in mijn verslagen.

Lees over de bejegening van bewakers, portiers en ander justitiepersoneel, die (uitzonderingen daargelaten) wordt gekenmerkt door gedrag dat varieert van neerbuigend en bevoogdend via desinteresse naar regelrecht machtsmisbruik. Zelfs tegenover mij, zogenaamd ‘te gast’, wist men zich niet correct te gedragen. Hoe kan het ook anders? Beroepsdeformatie is onvermijdelijk.

Wanhopige mensen

Ik heb mensen gezien die zodanig kapot waren gemaakt dat ze alleen nog maar konden huilen. Of, alleen nog maar boos waren. Ik heb mensen zien veranderen in levende doden, waar geen contact meer mee te maken viel. Dit alles wordt veroorzaakt door het gevangenissysteem in al zijn facetten, en door de medische dienst.

Mensen in psychische nood worden in de gevangenis ofwel voorzien van verdovende medicatie, ofwel in isoleercellen gesmeten. Dit laatste is aan de orde van de dag in vreemdelingenbajessen. Dat is de manier hoe justitie omgaat met wanhopige mensen.

Leugens

Ik heb me enorm kwaad gemaakt (en nóg) over de schijnheilige houding van justitie. Er is een wereld van verschil tussen dat wat het Nederlandse volk voorgeschoteld krijgt en de dagelijkse praktijk. In het jaarverslag van de Dienst Justitiële Instellingen 2005 staat een interview met Ronald Nieuwkerk, een afdelingshoofd van 16hoven. Hij zegt daarin ondermeer:

“Veel mensen hier willen ook terug. Het gaat hier om uitgeprocedeerde mensen, die terug moeten naar hun land van herkomst. Het knopje is om. Ze berusten.

Het hoeft hier ook niet zo strak; het zijn geen mensen met een straf. Het aantal incidenten is bijzonder klein. Het is vooral een kwestie van op tijd de signalen oppikken en als je ziet dat het mis dreigt te gaan, even een praatje maken.”

Rustig in het vliegtuig... “We weten ze rustig naar het vliegtuig te krijgen..,

..en daar zijn we best trots op.”


Lees in mijn verslagen

hoezeer hier de waarheid verdraaid wordt!


De rol van de geestelijke verzorging

Ik wil hier alvast iets kwijt over de rol van de geestelijke verzorging in vreemdelingendetentie. Eigenlijk zou ik niets kwaads van deze groep mensen mogen zeggen... Het is namelijk uitsluitend onder hun vlag en onder auspiciën van de christelijke kerk dat justitie het aandurft om de ‘gewone burger’ in contact te laten komen met de gevaarlijke diersoort die de ongedocumenteerde in gevangenschap in hun ogen kennelijk vertegenwoordigt. Voor de geboden gelegenheid dan ook mijn hartelijke dank.

Zoals in het hierboven aangehaalde citaat van een afdelingshoofd, is dempen van onrustgevoelens het belangrijkste doel dat personeel in vreemdelingenbajessen nastreeft. Anders is de rust en orde in de instelling in het geding, en uit puur eigenbelang moet die rust en orde te allen tijde worden nagestreefd, desnoods afgedwongen.

De geestelijke verzorging heeft hierin een belangrijke taak. Door met de gevangenen te praten, hen de gelegenheid te geven hun gevoelens te ventileren en hen er dan op te wijzen dat achter alles een diepere, voor ons mensen niet altijd te begrijpen bedoeling ligt, helpt de geestelijke verzorging mee de gevangenen te laten berusten in hun lot.

Ik heb aldus met eigen ogen moeten constateren dat de geestelijke verzorging onderdeel uitmaakt van het systeem dat doelbewust gevangenen breekt.

Waarschijnlijk kunnen ze niet anders: ze zijn immers in dienst van justitie, en als ze hun mogelijke kritiek op de omstandigheden waaronder mensen zonder papieren worden opgesloten zouden spuien, zouden ze vermoedelijk hun baan kwijtraken.

Sommige geestelijke verzorgers denken dan ook: beter dat ik het doe, dan iemand anders die minder betrokken is. Volkomen terecht, die gedachte, want op het laatst werd de bezoekgroep geconfronteerd met een nieuwe geestelijk verzorger die geheel en al op de hand leek te zijn van justitie en die niet voor niets op de bajesboten veelbetekenend ‘deportationpastor’ wordt genoemd.
Een geestelijk verzorger, die vindt dat de mensen in een uitzetcentrum zitten om uitgezet te worden en zich daarbij dienen neer te leggen. Een geestelijk verzorger, die wil dat leden van de bezoekgroep zich niet gedragen als ‘flying doctors’ of ‘reddertjes’, maar zich beperken tot hand- en spandiensten bij de kerkdienst. Een geestelijk verzorger, die rebellie van mensen tegen hun uitzetting niet begrijpt, maar vindt dat ze zich gehoorzaam moet voegen naar de wil van de bewakers, want een goed christen gaat het slechts om het beërven van het Koninkrijk Gods.

Dit soort geestelijke verzorgers kunnen geen bijdrage ten goede leveren aan het geestelijk welzijn van de gevangenen, maar functioneren als een verlengstuk van het repressieve beleid.

Ik heb het betreurd dat we alleen met christelijke gevangenen contact konden hebben. De imam had geen bezoekgroep, en er was geen humanist werkzaam. De geestelijke verzorgers beweerden altijd dat iedereen in Zestienhoven een geloof had.
Inmiddels ben ik er achter dat dit niet het geval is. Veroorzaakt door juist die omstandigheden waaronder mensen zonder papieren in Nederland moeten leven, namelijk regelmatig verblijvend in vreemdelingenbewaring en vogelvrij in de tussenliggende tijd, zijn veel mensen van hun geloof afgevallen. Die geloven helemaal nergens meer in....

Naar buiten brengen

De verslagen zijn chronologisch gerangschikt. Er zit een zekere ontwikkeling in. Toen ik pas deelnam aan de bezoekgroep, kreeg ik een stortvloed aan individuele verhalen te horen. In het begin waren dat voor mij losse verhalen, later hoorde ik soortgelijke verhalen meer en meer, waardoor ik er van overtuigd raakte dat al die onvoorstelbare ellende mensen daadwerkelijk wordt aangedaan.

Actie is noodzaak!Ik ben er altijd een groot voorstander van geweest zoveel mogelijk verhalen naar buiten te brengen. Opdat ‘het Nederlandse volk’ kan weten wat zich binnen de muren afspeelt, zodat ze niet meer klakkeloos de leugens, halve waarheden en mooipraterij van justitie voor zoete koek zullen aannemen.

Ik ben een tegenstander van het gevoerde vreemdelingenbeleid. Ik zou graag zien dat alle vreemdelingengevangenissen onmiddellijk hun poorten sluiten. Ik zie opsluiting en straffen überhaupt niet als een middel dat iets oplost, dus wat mij aangaat: sluit alle bajessen!

Ik heb de gevangen mensen in Zestienhoven nooit willen zien als slachtoffer, al zijn ze natuurlijk wel degelijk slachtoffer, namelijk van het beleid. Maar ze zijn veel meer dan dat. Ik heb daar geweldige, moedige, warme mensen ontmoet. Met sommige heb ik nog steeds contact en daar ben ik blij mee - het heeft mijn leven verrijkt.


Janneke, Mei 2008.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten