zaterdag 10 mei 2008

Zwartboek Uitzetcentrum Zestienhoven - maart 2007

Verslag kerkdienst donderdag 1 maart 2007

Bij binnenkomst kregen we weer eerst de verplichte figuren: scan, kluisjestoewijzing en gemekker vanuit de portiersloge. Deze keer is het absolute nulpunt bereikt, want zelfs mijn éne pak koekjes werd geweigerd.

"Geen koekjes meer!" meldde de portier triomfantelijk.

De geestelijke verzorger kwam naar beneden om ons halen volgens het nieuwe, ons opgedrongen, protocol. Ik dacht (dom! dom!) de regels te slim af te zijn door de geestelijke verzorger mijn pak chocolate chipcookies in de handen te duwen: "Hier, voor na de dienst".

Maar nee, hij blijkt zich geheel geconformeerd te hebben aan het wekelijks meer inperken van de ‘bevoegdheden’ van de bezoekgroep door het afdelingshoofd en zijn trouwe vazallen. Met de woorden: “De instelling zorgt voortaan voor de koekjes, dus stop ze maar in de kluis”, liet hij de portiers zien dat hij volledig achter hen stond en dat hij de bezoekgroep streng in de hand zou gaan houden.

Geen cent teveel! Eenmaal boven gekomen bleek achteraf dat de instelling pas vanaf volgende week de koekjes te gaan regelen; zodat deze keer de koekjes uit eigen zak waren betaald door niemand minder dan de geestelijke verzorger uit Kongo. Die moet ongetwijfeld gedacht hebben: sober regime, sobere versnapering, want hij had de aller-goedkoopste biscuitjes ingeslagen. Eenmaal per week heb je dan als gevangene de gelegenheid gratis iets lekkers te krijgen, word je afgescheept met een mariakaakje van c-kwaliteit.

De geestelijke verzorger uit Kongo hield zich gedurende de dienst achterin de zaal op, met de armen over elkaar, argwanend rondkijkend. Aldus straalde hij qua lichaamstaal hetzelfde uit als de bewakers.

Er was één nieuw kind (met moeder) in het centrum, maar niet aanwezig bij de kerkdienst.

Over het lot van de andere kinderen en hun ouders is niets bekend, evenmin over het lot van de moeder en haar kind uit Togo.

Ik vind het nodig dat de geestelijke verzorger ons voorstelt als vrijwilligers. Ik heb erover nagedacht, en als ikzelf in een uitzetcentrum in bijvoorbeeld Angola zou zitten, zou ik ook niet weten wie de vrijwilligers zijn en wie bij de instelling horen.

Dus, omdat de geestelijke verzorger het vergat, heb ik het zelf maar gedaan: ons voorgesteld en gezegd dat wij niet op Zestienhoven werken, dus dat mensen ons alles kunnen vertellen. Dat wij het niet eens zijn met het beleid en dat er aanstaande zondag een wake is waarbij mensen van buiten solidariteit betuigen aan de mensen in het uitzetcentrum.

Tot slot: hoe een muziekinstrument paniek kan veroorzaken.

De geestelijke verzorger had zijn gitaar van thuis meegenomen, een exemplaar met alle zes snaren erop, in tegenstelling tot de gitaar met vijf snaren die in de kast staat. Zijn gitaar ging tijdens de dienst van hand tot hand, maar het lukte niemand om een beetje acceptabele begeleiding te verzorgen voor ‘We shall overcome’,’ What a friend we have in Jesus’ en de rest van de spirituals.

Tijdens het opruimen rende de geestelijke verzorger ineens als een haas weg, om later uitgebreid de grond af te speuren.

Wat was er aan de hand? Het bleek dat er een snaar ontbrak! Nu waren er dus twéé gitaren met vijf snaren.

Paniek! Een snaar is een prima zelfmoordattribuut. Vastmaken aan de luchtkooi, je hoofd erdoor steken en vul zelf verder maar in. De geestelijke verzorger zag het in ieder geval helemaal voor zich, en dat zou dan zíjn schuld zijn!

Gelukkig wist ik dat snaren soms in een gat in het instrument kunnen vallen - dat was hier dus ook gebeurd. De geestelijke verzorger viel me bijkans om de hals van opluchting, en rende snel terug naar de telefoon, om de reeds gealarmeerde beveiliging terug te fluiten.

Dát zou een commotie veroorzaakt hebben! Fouilleren, visiteren, celinspectie, recreatieruimte-inspectie, kortom: de hele boel op zijn kop! En zo liep alles toch nog goed af.


Verslag kerkdienst donderdag 8 maart 2007

Bij binnenkomst had ik een hongerdoek (iets in het kader van de vastenactie) bij me, netjes van tevoren aangekondigd via de geestelijke verzorger. De dikke portier was voor de gelegenheid heel aardig, want hij wou wel eens weten wat een hongerdoek was, en hij begreep ook wel dat ik hem dat niet zou vertellen als hij zijn gebruikelijke formele houding aan zou nemen. Dus liet hij zich van zijn charmantste kant zien en kreeg hij netjes uitleg van mij (ik ben ook de rotste niet).

“Maar koekjes mogen niet meer!”, zei hij vals lachend.
“Nee, die krijgen we voortaan van jullie” zei ik, (haha).
Dat was het einde van de charmante houding van de dikke portier, want toen ik vroeg: “Kan ik alleen naar boven, ik weet de weg hoor?”, zei hij bars: “Nee! Zo zijn de regels” (zijn regels).

Daarna liet hij me wachten door te liegen dat de geestelijke verzorgers niet bereikbaar waren (bij navraag bleek dat de een zijn mobiel aan had en de ander zijn pieper).

Ik was al bang dat het wel eens een tijdje kon gaan duren voordat ik naar boven zou worden gebracht, dus ik ging in het halletje op de grond zitten wachten, wat dan niet bepaald uitstraalt dat je ‘hoog bezoek’ bent. Dat was ook precies mijn bedoeling, want ik wilde al lang eens uitvinden hoe ze in ’ons’ centrum omspringen met ‘gedetineerden’ . Nu rook ik mijn kans.

Een bewaker zag mij vanuit zijn 1.95 m positie zitten en zei:

“Jij dacht zeker: ik ga er maar bij zitten. Is het comfortabel?”
“Nee natuurlijk niet” zei ik, “kunnen jullie niet wat stoelen neerzetten?”
Hij: “Dat gaan we niet doen”.

Tot zover onze conversatie. Hij liet me voorgaan en begeleidde me helemaal tot ín de kerkzaal, deed zelfs de deur voor me open! Dat is ongetwijfeld uit de macht der gewoonte, aangezien gevangenen zelf nooit een deur open kunnen doen omdat ze geen sleutels hebben. De geestelijke verzorger bedankte hem vriendelijk, ik niet.

Vandaag was het een druk bezochte dienst met veel mensen die er al een hele tijd zitten. De doorstroom lijkt me verstopt, zou dat misschien door het generaal pardon komen?

8 maart is internationale vrouwendag. Alle gevangen vrouwen kregen vandaag van de geestelijke verzorger een gele roos, waar ze ontzettend blij mee waren. Na afloop van de dienst vertelde hij dat hij ook rozen had uitgedeeld aan een aantal vrouwelijke personeelsleden, die aangenaam verrast waren. Hopelijk verandert hierdoor de houding van het personeel richting geestelijke verzorger.

De instelling zou dus voor de koekjes zorgen, hadden ze ons vorige week beloofd. Maar zoals te verwachten was dat nog niet gelukt.

’s Ochtends had ik gebeld met de advocaat van een Irakees. Die vertelde dat Irakezen in principe niet uitgezet mogen worden, maar zijn cliënt heeft een aantal aanvaringen met justitie gehad.

Advocaten moeten alert zijn op de mogelijkheid dat hun cliënten in aanmerking zouden kunnen komen voor het generaal pardon – dat betekent lijkt mij dat wíj alert moeten zijn op gevangenen die zeggen dat hun advocaat niks voor ze doet.

Advocaten blijken min of meer te kunnen bepalen waar hun cliënten vast komen te zitten, althans dat geldt voor vreemdelingenbewaring. Deze cliënt is abusievelijk naar Zestienhoven gebracht, en de DJI moet nu een besluit nemen waar hij dan wel naar toe moet. Dus daar zit hij nu, te wachten en te wachten.

Ik heb van een aantal mensen de namen en telefoonnummers van hun advocaten opgeschreven, juist van díe mensen die zeggen dat hun advocaat niets voor ze doet. Ook heb ik namen gegeven van advocaten die goed bekend staan – helaas had ik geen telefoonnummers bij me. Volgende week aan denken!

Er zit al een paar weken een man bij de kerkdienst die zich gedraagt als een zombie. Hij beweegt zich stijfjes en hij reageert niet als iemand tegen hem praat. Ook de kerkdienst schijnt hem niet te kunnen raken. Ik ging naast hem zitten en probeerde contact met hem te krijgen, maar het is me helaas niet gelukt. Zou de man onder de medicijnen zitten? In deze staat kun je toch iemand niet uitzetten?

Tot slot: toen de mensen weer gehaald werden zei ik tegen de bewaker die dacht dat ik ‘gedetineerd’ was:

“Het is vandaag vrouwendag – doen jullie daar ook aan?”
“Nee, dat doen we niet.”
“Waarom niet?”
“Het is onzin en het is ook nooit mannendag”
“Het is hier alle dagen mannendag!”
Daar kon hij niet om lachen – toch is het waar, vrees ik.


Verslag kerkdienst donderdag 15 maart 2007

Ik zag vandaag weer veel bekende gezichten, waaronder een heleboel uit Irak. Misschien heeft de IND groen licht gegeven voor vertrek naar dit ‘geheel veilige’ land.

Mustafa die volgens zijn advocaat niet op Zestienhoven zou moeten zitten, maar bijvoorbeeld in Kamp Zeist, zit evenwel nu al zo’n maand hier. De DJI werkt verbijsterend langzaam. Van alle Irakezen heb ik nu de namen en de telefoonnummers van hun advocaten – misschien is er iets gemeenschappelijks te regelen voor die advocaten.

Wie is er schuldig aan de dood van een deportee?Ik sprak met een man uit Ghana die niet uitgezet wil worden. Hij kent niemand in Ghana: "If they are going to deport me on Saturday, I’ll kill myself."
Zijn advocaat, laatste hoop, zou hij vandaag bellen.

Zo luisterde ik nog naar meer mensen, en dat allemaal in tien minuten, in slecht verstaanbaar Nederlands, of Engels. Problemen als onterecht opgepakt, onterecht qua uitzetting want nog niet uitgeprocedeerd, naar landen die niet veilig zijn, vrouw/kinderen die nog hier zijn……Het was een beetje veel voor mij alleen.

Ik hoorde nog nieuws over Khaled, de Irakees met/zonder schoenen. Hij is overgeplaatst naar de bajesboot. Ik heb hem een kaart gestuurd, maar ik kreeg geen telefoontje terug. Ik weet nu waarom: de man is aldaar gelijk in observatie (lees: isolatie) geplaatst.

Wat justitie mensen al niet aandoet: hij was nét twee weken in isolatie geweest én in hongerstaking; hij kwam juist terug van het ziekenhuis. Nu begint het hele gesodemieter weer opnieuw. Een geestelijke verzorger van de boten heeft hem opgezocht en vertelde dat Khaled met niemand contact wilde maken.


Verslag kerkdienst donderdag 22 maart 2007

Een bewaker bracht ons volgens protocol naar boven. Ze hebben ons inmiddels precies waar ze ons hebben willen - daar baal ik heel erg van. Mogelijk droeg dat bij aan mijn uitstraling, want ondanks dat ik na afloop als altijd dezelfde directe en eigenlijk tamelijk impertinente vragen aan mensen stelde, dacht men deze keer dat ik ook uitgezet werd, één van hen was. "Waar kom jij vandaan, hoe kom jij hier?" Het is erg genant om dan te moeten melden dat ik een van de weinigen ben die zometeen gewoon naar buiten stapt en naar huis kan gaan.

Er waren veel mensen uit Kongo en Angola. Ongetwijfeld bijeengedreven zodat er een hele charter gevuld kan worden met zwart vee. Kun je met ze doen wat je wilt, want er is geen publiek bij aanwezig.

Overval! De meeste mensen worden ’s nachts of ’s ochtends heel vroeg overvallen door de politie, die getipt is door een of andere klootzak: daar woont een illegaal. Of ze worden uit de trein gehaald – doordat ze er niet westers uitzien wordt er speciaal aan hen gevraagd of ze hun papieren kunnen laten zien. Nee dus.

Ik miste een aantal mensen, zoals de zombie en sommige Irakezen. Mustafa uit Irak is er nog steeds, over twee weken moet hij naar de rechtbank. Intussen kan zijn advocaat hem maar niet overgeplaatst krijgen.
Hij vertelde: "Overplaatsing wordt besloten door de DJI. Dus die heeft een fout gemaakt en moet de zaak heroverwegen". Blijkbaar heeft de DJI geen haast meer als iemand eenmaal in vreemdelingenbewaring zit.

Mohammed uit Irak klaagde: "Waarom ben ik de enige van mijn vrienden die nog hier zit? Ik heb niks gedaan, ik heb helemaal geen criminele achtergrond!".
Zijn advocaat belooft telkens op bezoek te komen, maar hij komt nooit. Nu zou hij weer vanmiddag komen, maar Omar had zoiets van: jaja zal wel.

Net voordat de dienst begon werd iemand door een bewaker opgehaald. Die bewaker zei tegen een andere bewaker: "Hij wordt overgeplaatst". Níets tegen de man zelf! Het is zo respectloos, zo getuigen van minachting, dat ze niet eens de moeite nemen om iemand zich erop te laten voorbereiden dat hij ergens anders naar toe moet, dat ze iemand geen gelegenheid geven om afscheid van zijn vrienden/kennissen te nemen, de tijd geven om zijn spullen goed op te ruimen, bij elkaar te zoeken. Kortom: om afscheid te nemen.

Over huisvesting: Mustafa heeft nu een eigen cel, van 2 x 2 m. Dat is nog veel kleiner dan een politiecel! Zoals hij het uitdrukte: "Je ligt met je hoofd tegen de wasbak". Of zei hij: wc?

Een vrouw uit Ghana vertelde dat ze met zes vrouwen in een cel zit. Vier bedden en een stapelbed in een grote cel, wel zo groot als de ruimte waarin de kerkdienst wordt gehouden. Dat klinkt als een tijdelijke oplossing, maar ja, dat kan ik niet goed beoordelen want ik heb nog nooit een afdeling van binnen gezien.

Ik vraag me trouwens al maanden af wat er toch uitgespookt wordt in de ruimte naast die van ons. Soms is die in gebruik als kantine, maar vaak komt daar de IND of zijn er presentaties.

Waarom staan er dan van die dozen met blauwe plastic handschoenen en zie ik Nederlandse vrouwen daarmee vluchtelingenvrouwen onderzoeken, terwijl er bewaking bij zit? Wat zijn dat voor onderzoeken? De keren dat ik het zag zat iedereen op een stoel, dat nog wel.....

Natuurlijk een klein detail, maar wel bijzonder veelzeggend: ja, de instelling heeft eindelijk voor de koekjes gezorgd. Maar hoe kon het ook anders: rollen mariakaakjes van een of ander eigen merk. Sober regime, en dat zullen ze aan álles zien. Zodoende waren er niet veel liefhebbers voor deze beledigende ‘traktatie’.

Blikken van: die rommel mag je houden. En gelijk hebben ze!


Janneke, Maart 2007.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten