zondag 11 april 2010

Schipholbrandoverlevende gedeporteerd - deel 2


"Tijdens het vervoer naar Schiphol werd Ricky geboeid. Ze deden een riem om zijn middel waaraan de boeien werden vastgemaakt. Op het vliegveld werden ook zijn voeten geboeid en met een riem bevestigd aan zijn handboeien."

Ricky, één van de zwaar getraumatiseerde overlevenden van de brand in uitzetcentrum Schiphol in 2005 waarbij 11 ongedocumenteerde migranten overleden, heeft nog steeds last van opgezwollen enkels van de behandeling die hij heeft gekregen bij zijn enkeltje Schiphol - Lagos (Nigeria), op 10 maart j.l. De reis was georganiseerd door Frankrijk en werd gecoördineerd door ‘reisbureau Frontex’. 
BODYCUFF
Een dag voor zijn deportatie werd Ricky in isolatie gezet in Kamp Zeist, het detentiecentrum waar hij op dat moment verbleef. Tijdens het vervoer naar Schiphol werd Ricky geboeid. Ze deden een riem om zijn middel waaraan de boeien werden vastgemaakt. Op het vliegveld werden ook zijn voeten geboeid en met een riem bevestigd aan zijn handboeien. Samen met 3 marechaussees en 1 dokter ging het in een klein privévliegtuig (plaats voor 10 personen) van Eastern Airways naar Parijs. Parijs was het verzamelpunt: boarding voor Lagos, via Spanje. 
Egypt Air
In een heel oud vliegtuig van Egypt Air werden ingeladen:
Uit Noorwegen: 8 Nigerianen
Uit Denemarken: 5 Nigerianen
Uit Frankrijk: 8 tot 10 Nigerianen
Uit Nederland: Ricky
In Spanje: 20 Nigerianen


...waarvan 10 tot 15 vrouwen en 2 of 3 kinderen van 8 of 9 jaar oud.
Alle landen leverden per gevangene 3 eigen ‘escorts’; Nederland en Frankrijk leverden het medisch personeel.

Er ontstond vertraging in Madrid, omdat een aantal van de 20 daar in te laden ‘deportees’ zich verzetten bij het naar binnen gaan van het vliegtuig.

Alle ‘passagiers’ waren geboeid als Ricky. Pas kort voor de landing in Lagos werden hun boeien losgemaakt. In het vliegtuig kregen ze geen warm eten, alleen brood met kaas, maar niet genoeg. Er was geen televisie of radio tijdens de vlucht.
Lagos, Nigeria
Ricky’s reis duurde bijna 24 uur.
Iedereen werd ‘vrijgelaten’ in het vrachtgedeelte van de luchthaven in Lagos. Ricky werd voorzien van 50 euro, voor vervoer en eerste levensbehoeften - sommige gedeporteerden kregen helemaal geen geld.

Ricky is gedumpt zonder enige medische (na)zorg: hij heeft geen medicijnen meegekregen en zelfs een medisch paspoort, beloofd door de Dienst Terugkeer en Vertrek aan de advocaat, was kennelijk teveel gevraagd.

Een maand na de deportatie heeft Ricky nog steeds last van opgezwollen enkels als gevolg van de boeien en de ruwe behandeling. Hij heeft geen geld voor medische behandeling.

Dit is nu exact de vernederende behandeling, die volgens art 3 EVRM is verboden.
Welke advocaat wil zijn nek uitsteken om Frontex (en Nederland) aan te klagen bij het Europes Hof?

NAWOORD: Tot nog toe heeft niemand gereageerd: noch een advocaat, noch de pers.


Janneke van Beek,
11 april 2010

dinsdag 6 april 2010

Het verhaal van Dima

Het verhaal van Dima

"Die onzekerheid, vele malen per dag, is slopend."

Dima is een 32-jarige man uit Tjetjenië. Moeizaam sleept hij zich de trap op naar de vijfde verdieping van het gebouw waar we hebben afgesproken.
“Ik heb helemaal geen conditie!” roept hij vertwijfeld uit. Die verlies je ook wel als je maandenlang bijna geen bewegingsvrijheid hebt.

Dima heeft zeven maanden gevangen gezeten op een van de bajesboten die ligt aan de Merwehaven in Rotterdam. Hij deelde zijn cel met drie andere mannen. Niet telkens dezelfde drie uiteraard: op de bajesboten is het een komen en gaan, maar vooral een lang blijven. Er is geen inspraak over wie in welke cel geplaatst wordt, dientengevolge zit je meestal samen met mannen wiens taal je niet spreekt.
Om 17.00 u wordt er geteld, de mannen moeten hun cel in, de deur gaat op slot tot de volgende ochtend 7.30 u (?). Er is een klein televisietoestel aanwezig, maar wie bepaalt waarnaar gekeken wordt, en tot hoe laat?

Van enige vorm van privacy is geen sprake. Overdag kun je je vrij bewegen over de afdeling: zitten in de recreatieruimte, in de cel en je kunt over de gang lopen. De gangen zijn laag, smal en bedompt. De recreatieruimte deel je met de 59 andere mannen van je afdeling – er staan een stuk of twaalf stoelen, er liggen wat boeken, er ligt een enkel spel dat zelfs op het einde van een vrijmarkt onverkoopbaar zouden zijn, gezien de uiterlijke staat.

Mensch erger je niet – een bijna onmogelijk advies om op te volgen als je gedetineerd bent op de bajesboot. Ook aanwezig in de recreatieruimte: twee telefoons, met een plastic kap als zogenaamde geluidsisolatie. Voor het broodnodige contact met familie en vrienden, en voor het minstens zo broodnodige contact met de advocaat. Per week ontvang je 7,50 euro zakgeld (iets verdienen kan niet), een telefoonkaart kost 5 euro.

Lezer, probeer zelf eens te bellen met een advocaat: die zijn heel vaak in bespreking! Terugbellen kan, maar kost geld. Niemand kan gedetineerden op de bajesboot telefonisch bereiken, alle telefoonkosten worden door de gevangenen gemaakt.

Eenmaal per dag, gedurende een uur kun je luchten: in een kooi. Zonder enige beschutting voor de zon of de regen, geen afdak aanwezig, kun je rechthoekjes lopen of op de betonnen grond zitten. Als een beest. Alhoewel, die hebben het beter, in diergaarde Blijdorp woont ieder dier in zijn eigen biotoop.
Kennelijk vindt justitie dat de biotoop van vreemdelingen zonder papieren gevormd wordt door een kale kooiconstructie met een betonnen vloer, zonder uitzicht: zogenaamd omdat de gevangenen hun privacy moeten hebben zijn de kooien ingepakt met ondoorzichtig grijs en groen materiaal. Waar hier en daar een gat in gemaakt is, zodat er naar buiten gekeken kan worden: uitzicht op een parkeerterrein en op Rotterdams trots: de havenindustrie.

De boten liggen weliswaar aangemeerd maar ze moeten wel kunnen varen; daarom laat men regelmatig de machinerie lopen, wat de mannen merken aan het lawaai en het trillen van de motoren.
Ook 's nachts wordt proefgedraaid.

Om toch alleen te kunnen zijn gaan mensen wat uithalen waardoor ze gestraft worden met isolatie. Ze moeten in de isolatiecel een soort jurk van papier aan, er ligt alleen een plastic matras op de vloer.
Het is er benauwd, waardoor je aan die matras blijft kleven. Er is niets te doen, niets te lezen. Dima zat 1 x 7 dagen in zo'n cel en 1 x 10 dagen.

Dina, een voormalig student diergeneeskunde, maakte van de nood een deugd en leerde een beetje Arabisch schrijven, lezen, spreken. Je moet wat, en dit is haalbaar. Zelfs als je ter plekke gemaakte vriend van de ene op de andere dag verdwijnt, komt er wel binnen afzienbare tijd een andere Arabisch sprekende man op de afdeling.

Regelmatig komen er ex-criminele vreemdelingen op de boot. Uit wat die uit eigen ervaring vertellen kan iedereen opmaken dat het leven in een normale gevangenis vele malen beter geregeld is.
Daar is fitness, een bibliotheek, je kunt er werken. Op de boten is niks. Je hebt er niets anders te doen dan rond te hangen, met z'n zestigen per afdeling. Criminelen hebben het alleen al beter doordat ze weten waar ze aan toe zijn: zoveel maanden, zoveel jaar nog – hoe lang ook, je kunt aftellen, je erop instellen. De mannen op de boten weten niets. Hoe lang zal het duren? En wat daarna?

Velen krijgen geen bezoek – ze voelen zich uitgekotst door iedereen, niets waard – nietswaardig. Alsof ze niet mogen bestaan. Als er buiten een actie plaats vindt worden ze heel blij. Ze leven daarop, ze hopen daarop. Mensen die buiten staan en het voor hen opnemen! Die aan hen denken! Met ze meeleven!
De bewakers proberen acties voor hen verborgen te houden, maar ze komen er wel achter. Proberen geluiden te maken – het interesseert ze niet dat ze daarvoor de isoleercel ingaan – dat gebeurt toch sowieso wel regelmatig, soms om iets heel kleins. Na een actie kunnen de gevangenen er weer een tijdje tegen. Ze voelen zich gesterkt.

Dima vertelt wat hij het ergst vond van zijn verblijf op de boot:
Je zit daar met zestig man in de recreatieruimte, dan komt er een extra bewaker of twee om iemand op te halen. Iedereen houdt de adem in en denkt:
Zou ik vrij komen? Wie gaat hij meenemen?
De bewaker zegt: 'Meneer die en die, komt u mee?'

Wat zou er met hem gebeuren? Komt hij vrij? Of is het iets anders: bezoek van de advocaat, naar de dokter, naar het winkeltje? En dan: stel ik moet al mijn bezittingen uit mijn cel halen – dan nog: kom ik vrij, of verhuis ik naar een andere gevangenis? Die onzekerheid, vele malen per dag, is slopend.
 
Janneke van Beek,
6 april 2010
Namen gefingeerd om redenen van privacy en veiligheid van betrokkenen

Victor Tata: mishandeld door de vreemdelingenpolitie

"Gaan jullie me nu wéér slaan? Kijk nou hoe ik eruit zie!"

Op bezoek bij Victor Tata in detentiecentrum Alphen aan den Rijn

14 uur. Ik vervoeg me bij de ingang, en ik vraag me af: kom ik er deze keer in? Sta ik op de bezoekerslijst? Zit degene die ik wil bezoeken niet in de iso, waardoor hij (onterecht) geen bezoek mag? Of is hij een dagje naar de rechtbank, het ziekenhuis, de ambassade, ...?


Portier

“Tata? Die staat niet op de lijst.” meldt de slecht Nederlands sprekende portier me onverschillig, al kauwgom kauwend. “Hij heeft mij deze tijd doorgebeld!”, roep ik geërgerd uit. Die toon staat de portier niet aan, hij kijkt alsof hij me onmiddellijk eruit wil laten zetten. Hij heeft die macht, iedereen die in een detentiecentrum werkt in een functie die meer betaalt dan een schoonmaker heeft die macht, van de geüniformeerde bewaker die met moeite het vmbo heeft afgemaakt (of niet), tot het hogere kader zonder uniform heeft die macht. De geüniformeerden – in dienst van justitie of van het particuliere beveiligingsbedrijf G4S – stralen die macht dan ook doorlopend uit: met een dom-arrogante houding.
“Wilt u dan misschien even bellen om te kijken of er iets mis is gegaan met de lijst?” neem ik dus maar gas terug. De portier schudt zijn hoofd en laat een lange stilte vallen. Dan vraagt hij ineens: “Heeft die meneer een strafbaar feit gepleegd?” “Niet dat ik weet”, zeg ik verbluft. “Is die meneer een vreemdeling?” wil hij daarop weten. Ja, dat lijkt me wel, hij zit tenslotte in vreemdelingenbewaring...

Na lang turen op de getypte lijst waar zo'n slordige 10 namen op staan, blijkt dat ik ingeboekt sta voor half 4. Uiteraard is het ab-so-luut niet mogelijk die tijd nog te vervroegen, waardoor ik gedwongen ben me een uur in het industriegebied van Alphen te verpozen.

15.00 uur. Als ik weer terugkom, loopt er zojuist een vrouw door het detectiepoortje. Het alarm gaat af, geactiveerd door haar riem. “Ik kom net van hiernaast, en daar ging het alarm NIET af!” zegt ze verontwaardigd. De portier haalt zijn schouders op. Wat interesseert hem dat? Hier gaat het alarm wel af, en daar gaat het maar om.

Ik vraag haar of ze net op bezoek is geweest bij de 'gewone' bajes, de Geniepoort, waar het detentiecentrum aan vast gebouwd is. Ze knikt en vertelt dat ze lid is van de bezoekgroep van de kerk.

Ze is eigenlijk lid van de bezoekgroep van het detentiecentrum, maar haar vriend zit daar nu vast. Daarom assisteert ze tijdelijk de pastor van de Geniepoort. Deze oplossing heeft ze zelf bedacht omdat ze bang is dat de pastor last krijgt als zij bij de kerkdienst is, en dat haar vriend en andere gevangenen last zullen krijgen van haar aanwezigheid, waardoor er bepaalde privileges zouden kunnen worden ingetrokken. Ze verzekert me dat de sfeer in de gewone bajes heel wat beter is dan hier in het detentiecentrum!

Partners

Haar vriend komt uit Rusland en zit al vijf maanden vast. Hij is zo maar op straat opgepakt. Zijn procedure zit muurvast. Ze hebben al jaren een relatie en ze kunnen dat aantonen zoveel ze willen, maar de IND gelooft ze niet.

Een Arabisch meisje komt meepraten. Haar vriend zit ook al vijf maanden, gearresteerd bij een controle door de vreemdelingenpolitie op de boerderij waar hij werkte. Hij komt uit Albanië. “Hij zit er helemaal doorheen”, zegt ze. “Hij zegt maar telkens dat hij geen crimineel is maar wel als crimineel behandeld wordt. Hij heeft nu besloten op te geven en gaat vrijwillig vertrekken.”
Ze weet niet hoe het verder zal gaan met hun relatie. “Ik heb een leven opgebouwd in Nederland! We zouden misschien wel naar België kunnen, maar dan moet ik weer helemaal opnieuw beginnen…” Ze maakt zich ook zorgen over wat ze gehoord heeft: als mensen opgepakt zijn zonder geldige papieren en ze worden uitgezet, dan mogen ze 3 of 5 jaar Nederland niet meer in. (is 5 jaar in heel Europa indien ongewenst verklaard. red.)

Victor Tata

Victor Tata komt uit Frans Guyana. Hij en ik hebben elkaar niet eerder ontmoet, maar het is makkelijk hem te herkennen, want hij is de enige zwarte man in de bezoekzaal. Het duurt even voordat hij bij me kan komen zitten, want de gevangenen moeten hun vingerafdrukken elektronisch laten checken bij binnenkomst. Het apparaat heeft moeite de zijne te herkennen, dus het moet over en over en over.

Ik heb intussen een slechte plek uitgezocht, want de grote aan de grond vastgeschroefde paarse kruk waarop ik zit staat erg ver van zíjn grote paarse aan de grond vastgeschroefde kruk. Bovendien is er een schot dat de gevangenen in de buitenring scheidt van de bezoekers in de binnenring. We moeten zowat schreeuwen om elkaar te kunnen verstaan, omdat harde muziek door de speakers schalt. We verhuizen naar een betere plek en Victor krijgt het voor elkaar dat de muziek wordt uitgezet.

Victor is achter in de dertig, heeft een rond gezicht met een baardje. Hij is een vriendelijke man met gevoel voor humor. We praten Engels. Hij wil dolgraag zijn geschiedenis vertellen en barst los. Hij probeert me in een uur zoveel mogelijk te vertellen; ik heb mijn best gedaan het allemaal te onthouden, maar het is onvermijdelijk dat onderstaand verslag niet volledig weergeeft wat hij allemaal vertelt heeft en dat mijn verslag mogelijk hier en daar niet helemaal klopt.

Hij heeft een vrouw en een kindje van twee. Ik vroeg of ze bij hem op bezoek komen, maar hij zei dat hij dat niet wilde, omdat hij het kind niet op schoot mag nemen. En dat terwijl hij voor het kind had gezorgd toen hij vrij was, omdat de moeder ziek was.

Presentatie ambassade Nigeria

Hij vertelt dat hij gisteren is gepresenteerd bij de Nigeriaanse ambassade. Hij had eigenlijk een afspraak bij de neuroloog, maar dat had de Dienst Terugkeer en Vertrek afgezegd – presentatie gaat natuurlijk voor, want dat kan leiden tot uitzetting. Het presenteren ging als volgt: samen met vele andere mensen uit Afrika werd hij in een busje naar uitzetcentrum Zestienhoven gereden. Daar werd iedereen in een wachtcel opgesloten.
Na verloop van tijd brachten ze hem naar een grote zaal, waar mensen van de Nigeriaanse ambassade zaten alsmede mensen van de IND. De ambassademensen moesten door middel van een spraaktest erachter zien te komen of iemand mogelijk uit Nigeria afkomstig is. In Victors geval ging dat niet, omdat hij geen pidgin-Engels spreekt, omdat hij uit Frans Guyana komt, waar de voertaal Frans is. Niet dat Victor ooit gezegd heeft dat hij uit Nigeria komt…..

Victor woont en werkt al jarenlang in Nederland. Hij is getrouwd en heeft een kindje.

Arrestatie

Op 30 juli 2007 werd hij gearresteerd, voor de eerste keer in zijn leven. Hij was betrokken bij een klein auto-ongeluk en de politie vroeg naar zijn papieren. Ze dachten dat die vals waren en namen hem mee naar het bureau. Ze hielden hem drie dagen vast waarin hij zeven keer door de politie werd ondervraagd. Op twee augustus maakten ze foto’s en vingerafdrukken. Hij werd voorgeleid voor de rechter-commissaris en vervolgens vrijgelaten. Mocht hij opnieuw worden gearresteerd, dan raadde de rechter-commissaris hem aan zijn advocaat te bellen.

Hij ging naar de rechtszaak in Den Haag en na afloop, op een donderdag rond een uur of drie, werd hij aangehouden wegens illegaal verblijf in Nederland. Ze namen hem zijn paspoort, rijbewijs en portemonnee af en stopten hem in een cel in een politiebureau in Den Haag. Hij vroeg of hij zijn advocaat kon bellen. “Nu niet” zeiden ze. “Maar mijn advocaat werkt morgen niet, en daarna is het weekend, en het is inmiddels al vier uur!”, had Victor nog gezegd....

Om zes uur mocht hij zijn advocaat bellen, maar die was toen al naar huis. Er zou de volgende dag wel een piketadvocaat voor hem komen, zei de politie. Hij was toen al in vreemdelingenbewaring gesteld, na uitgebreide verhoren. Die avond wilden ze foto's en vingerafdrukken maken (dactyloscopisch onderzoek). Victor stelde dat hij aan niets meer ging meewerken voordat hij een advocaat gezien had. “Foto's en vingerafdrukken zijn verplicht, werkt u niet mee, dan gaan we geweld gebruiken”, zei de politie. Victor bleef bij zijn eis eerst een advocaat te spreken.

Mishandeling 1

Ze kwamen kort daarna zijn wachtcel binnen en sleepten hem naar de kamer waar dactyloscopisch onderzoek plaatsvindt. Ze boeiden zijn handen op zijn rug en zetten hem in de stoel om foto's te nemen. Victor draaide telkens zijn hoofd weg. Voor de vingerafdrukken maakten ze een hand los. Victor greep de tafel aan de muur waar de dactylibenodigdheden op stonden, en liet niet meer los. Hij dreigde de tafel om te trekken. De politie probeerde hem van de tafel los te wrikken. Toen dat niet lukte, gingen ze slaan. “Ze sloegen me telkens en telkens weer, tegen mijn borst, tegen mijn lichaam. Ze sloegen me ook op mijn hoofd, ze bleven maar slaan. Op het laatst lag ik op de grond, ze trapten me, ook tegen mijn hoofd.” Uiteindelijk kwam een hogere in rang er een einde aan maken. Victor werd teruggebracht naar zijn wachtcel, waar hij bewusteloos neerviel.

De volgende ochtend kwam hij bij, nog steeds in die wachtcel, en werd overgebracht naar het politiehoofdbureau in Den Haag, Burgemeester Patijnlaan. Ze stopten hem in een cel met een camera. Zijn gezicht en hoofd waren opgezwollen, er was ook bloed. Hij had overal pijn. Hij vroeg om een dokter, die echter niet kwam.

Mishandeling 2

Na enige tijd kwamen ze de cel in en meldden dat zijn piketadvocaat er was, maar.... eerst foto's en vingerafdrukken! Victor zei dat hij juist eerst met zijn advocaat wilde praten, om te weten of de juiste procedure gevolgd werd (hij verkeerde in de veronderstelling dat foto's en vingerafdrukken afstaan niet verplicht is, en tevens dat hij recht heeft op een advocaat bij de verhoren). Hij weigerde daarom zijn cel uit te komen voor foto's en vingerafdrukken. Hij bleef op zijn buik op het bed liggen. Daarop kwam een aantal agenten met plastic handschoenen aan zijn cel binnen en begonnen hem weer af te tuigen, terwijl hij nog steeds op zijn bed lag. Ze sloegen zijn hoofd meerdere malen tegen de betonnen rand van het bed. “Gaan jullie me nu wéér slaan? Kijk nou hoe ik eruit zie!” riep hij ontzet.
Uiteindelijk gaf hij zijn verzet op, omdat ze zijn handen op zijn rug hadden geboeid en zijn enkels ook.
Na afloop mocht hij dan eindelijk de piketadvocaat spreken.

Epilepsie

Na het weekend belandde hij in de bajesboot in Dordrecht, waar hij last kreeg van epileptische aanvallen. Tijdens zo'n aanval wordt alles zwart voor zijn ogen, hij raakt bewusteloos, en als hij wakker wordt heeft hij schuim om zijn mond en heeft hij zijn plas laten lopen.
De medische dienst in Dordrecht liet hem naar het gevangenisziekenhuis in Scheveningen brengen. Het ziekenhuis heeft geen 'letsel als gevolg van mishandeling' in het medisch dossier opgenomen. Hij heeft gedurende de afgelopen twee jaar verschillende malen in Scheveningen gelegen, eenmaal zelfs zes weken, in afwachting van de neuroloog, en daarna nog eens twee weken, in afwachting van de scan die de neuroloog geadviseerd had, die uiteindelijk niet doorging omdat dat waarschijnlijk teveel geld kostte.

Hij werd uiteindelijk vrijgelaten, maar is daarna nog twee keer opgepakt, beide keren in zijn eigen huis, door de vreemdelingenpolitie (“Wij constateren dat u onrechtmatig in Nederland verblijft”).

Beide keren heeft hij een dag of vier in een politiecel doorgebracht, beide keren zijn hem daar zijn medicijnen geweigerd. Tijdens zijn tweede gevangenschap werd hij naar het uitzetcentrum in Rotterdam gebracht, maar hij bleek niet uitzetbaar, want 'not fit to fly'. Wegens epilepsie dus.

Een half jaar geleden had hij een epileptische aanval, dat was in detentiecentrum Alphen, laat in de avond. Dan is de medische dienst al naar huis, en de wachtcommandant mag de celdeur alleen openmaken na overleg met de directeur, die ook al naar huis was en lag te slapen. Er kwam geen dokter; gelukkig heeft de celgenoot van Victor hem bijgestaan.

Thuis

Hij is na zijn derde keer in vreemdelingenbewaring sinds een paar maanden weer vrij. Hij heeft nog steeds last van epilepsie, hoewel het met medicijnen meestal wel onder controle te houden is. Hoewel hij blij is dat hij weer herenigd is met zijn vrouw en kind, is zijn leven uiterst ingewikkeld en onzeker. De IND heeft zijn paspoort en rijbewijs nog steeds niet teruggegeven – die krijgt hij pas terug na de rechtszaak, die hij aan heeft gespannen vanwege de mishandeling door de politie, met hersenletsel tot gevolg. Er is hiervoor nog geen datum bekend. Intussen kan Victor dus niet werken of een uitkering aanvragen – waardoor hij schulden aan het opbouwen is.


Janneke van Beek,
6 april 2010