Zondag 15 juni hielden activisten een onaangekondigde burgerinspectie in Kamp Zeist. Ze drongen door tot op het dak van het detentiecentrum.
confrontatie met het IBT
Janneke was erbij en maakte kennis met de praktijken van het Interne Bijstands Team.
Een verslag.
De letters IBT staan voor Interne Bijstands Team, oftewel: de bajesknokploeg. Die zorgt ervoor dat mensen in isolatiecellen gegooid worden, ze ‘begeleiden’ soms gevangenen naar het ziekenhuis, ze maken korte metten met gevangenisoproer. Ze worden alom gevreesd en gehaat door gevangenen vanwege hun meedogenloze optreden en hun scala aan toegestane mogelijkheden zoals mensen lens slaan, vastbinden op een bed, of boeien aan handen en voeten.
Ze beschouwen zichzelf als elitecorps. Pas na een strenge selectie kan iemand worden toegelaten tot een keiharde opleiding. Na het behalen van het ‘IBT-diploma’ wordt elke maand een dag getraind om in conditie te blijven. Ze zien zichzelf als een hecht ‘team’.
Het is een veelzeggend detail dat elk IBT is samengesteld uit bewakers die in de gevangenis zelf werken. Als IBT-er zijn ze geanonimiseerd door het gebruik van bivakmutsen en maskers. Afgezien van het afschrikwekkend effect van dergelijke gezichtsbedekking, maakt het ook dat mensen in de gevangenis hen niet herkennen als IBT-er, zodat hij of zij later weer de aardige bewaker kan uithangen, en de gevangenen de bewaker in kwestie niet herkennen als degene die hem/haar destijds de iso ingeslagen had.
Voor meer info: http://www.arrestatieteam.nl/eenhedenbinnenland/ibtjustitie.php
Niet alleen gevangenen in P.I’s, ook mensen zonder papieren in detentiecentra krijgen veelvuldig met dit ‘elitecorps’ te maken.
Tijdens de burgerinspectie van Kamp Zeist, afgelopen zondag 15 juni 2008 maakte ook ík kennis met het IBT.
Ik had al veel kwalijks over hun praktijken gehoord, en nu begrijp ik nog beter dan voorheen welk een terreurdreiging van hen uitgaat.
Hieronder mijn verslag.
We stonden daar op het dak van gebouw 50 in Kamp Zeist en vroegen ons af hoe we weer naar beneden zouden komen.
Op die vraag kwam al vrij snel het antwoord: het IBT rukte in groten getale uit. Eerst liepen ze beneden rond, de dappere mannen en een enkele vrouw, uitgedost met bivakmutsen, schilden en lange latten. Ze leken zo weggelopen uit een gewelddadig computerspelletje.
Na wat intimiderend geparadeer vonden ze een ladder en kwamen naar boven, opgesteld in ‘enkele linie’, zoals dat in IBT-termen heet.
Schild en wapenstok in de aanslag, aangestuurd door de IBT commandant. Menselijke vechtmachines. Wat een machtsvertoon! Ik zag ze aankomen en vroeg me af wat ze met ons zouden gaan doen. In elkaar slaan?
De commandant gaf het bevel: ‘Linie halt’.
Hij vroeg ons afgemeten: ‘Gaan jullie meewerken?’
‘Ja’, zeiden we.
Wat konden we anders? We waren maar met ons vieren, wíj hadden geen schild en knuppel en we stonden dicht bij de rand van het dak…….
Daar vervolgde de commandant zijn (ongetwijfeld) standaardprotocol: ‘Omdraaien!’.
We draaiden ons met onze rug naar hen toe, en kwamen aldus met ons gezicht richting de gevangenen. Die bonkten nog harder dan daarvoor op de ramen. Sommige staken hun middelvinger naar het IBT op, ik hoorde er een paar: ‘Motherfuckers!’ roepen. Daar was ik het geheel mee eens.
‘Ga op je knieën zitten!’
‘Handen op je hoofd!’.
Alsof we een stel zware criminelen waren…
Handboeien werden omgedaan.
‘Zitten blijven’.
‘Niet om je heen kijken!’
aanhouding IBT-style
Een van hen drukte me bij mijn schouder met mijn knieën diep in het grint. Hij bleef me vastdrukken, ondanks het feit dat ik geboeid op mijn knieën zit, dus onmogelijk snel weg zou kunnen rennen. Waar naartoe overigens? Van het dak af springen? In de handen van nog meer IBT-tuig lopen?
Na wat interne commando’s werd ik door twee IBT-ers naar de rand van het dak gevoerd. Daar moesten we halt houden.
‘Jullie kunnen op twee manieren van het dak. Of jullie werken mee, dan doen we de handboeien los. Anders halen wij jullie geboeid van het dak. Kies maar!’
Aan elk van ons werd achtereenvolgens gevraagd: ‘Werk je mee?’.
Na ons ‘ja-woord’ volgde dan het bevel: ‘Buig je voorover’.
Dan pas werden de boeien afgedaan.
Ik ging de ladder af. Beneden aangekomen was het onmiddellijk: ‘Tegen de muur staan met je armen wijd!’.
Helaas, de IBT-er die als taak had mijn boeien weer om te doen had een probleempje, want ik had één onderarm met een stukje tapijt omwikkeld. Hij haalde dat eraf en vroeg onderwijl:
‘Waar was je bang voor, voor de honden?’
‘Nee’, antwoordde ik, ‘voor jullie’.
‘Voor ons hoef je niet bang te zijn’, zei hij.
Nee hoor….
Twee IBT-ers ‘begeleidden’ me vervolgens ruw door gebouw 50 heen naar de begane grond. Ik ondervond dat het IBT vindt dat iemand niet rechtdoor door een deur mag, alleen zijdelings.
Eenmaal buiten bleken er twee DJI-busjes klaar te staan. Ik werd in een compartimentje van één ervan geduwd en zo weer verenigd met een paar van mijn mede-activisten. Buiten wemelde het van IBT-ers met bivakmutsen op.
geweldsmonopolist met bivakmuts
Na zo’n half uur bivak-kijken werden we een voor een uit het busje getrokken. Twee IBT-ers hielden me stevig vast en trokken me naar een kamertje in gebouw 50. Daar waren veel ‘mensen’ aanwezig: IBT, politie, bewakers en figuren in burger. De IBT drukte me, nog steeds met mijn handen op mijn rug geboeid, tegen een muur:
‘Dáár staan!’
Een zo’n klootzak bleef, opdat ik niet zou ontvluchten, op mijn voet staan.
Ik kreeg een bordje met een nummer om mijn hals gehangen, en werd alzo op de polaroid gezet. De hele operatie verliep zwijgend. Een bijzonder onvriendelijke jonge vrouw fouilleerde me.
Vervolgens werd ik weer teruggeëscorteerd, het busje in. Nog wat tijd verliep, waarin ik ruimschoots de gelegenheid kreeg om te moeten aanzien hoe mijn mede-activisten, als waren ze gevaarlijke terroristen, werden af- en aangevoerd.
Uiteindelijk was iedereen klaar. Onder begeleiding van een motoragent voor en een motoragent achter werden we in de twee DJI-busjes in volle vaart en met loeiende sirene naar het cellencomplex in Houten gebracht. Er werd zo wild gereden, dat ‘ons’ busje in de parkeergarage van het cellencomplex een lekke band bleek te hebben.
Een flink ontvangstcomité wachtte ons daar op. Smeris in uniform en in burger stond paraat, en het IBT was ook voor een deel meegekomen.
De eerste van ons, een vrouw, werd door de nog immer gebivakte IBT-ers uit het busje gehaald en bij een muur gezet: ‘Drie stappen naar voren, drie terug, voorover buigen’. Nadat ze dit gedaan had vond het IBT de situatie veilig genoeg om haar van haar handboeien te ontdoen. Hierna maakte een man aanstalten om haar te fouilleren. Dat pikte ze natuurlijk niet, dus na wat geworstel werd ze het politiebureau ingeduwd, alwaar een vrouw haar fouilleerde.
Het IBT bleef bij ons tot aflevering in een wachtcel. Pas daar waren we eindelijk van ze verlost.
Een van de agenten in Houten meldde me overigens dat het IBT, voor zover zij konden zien, correct gedrag had vertoond.
Het is maar wat je correct noemt.
Ik vermoed dat het IBT zich tijdens onze burgerinspectie erg heeft ingehouden. Wij waren slechts actievoerende Nederlanders, geen rechtenloze gevangenen (al dan niet zonder papieren). Bovendien werd door sympathiserende demonstranten buiten en de in ruime mate aanwezige pers meegekeken naar hun ‘optreden’.
Het IBT is echter tot veel in staat.
Zelfs op het moment dat ze je volledig uitgeschakeld hebben, blijven ze intimideren. Ze beschouwen iedereen als eenzelfde gevaarlijk individu.
Waarschijnlijk valt wat ze met ons deden onder de noemer ‘goedschiks’. ‘Kwaadschiks’ kan natuurlijk ook - daar zijn genoeg verhalen over bekend.
Bovendien kan het voor hen vrijwel zonder gevolgen, dus risicoloos, gebeuren: iedereen wordt, voordat het IBT verschijnt, in de cel opgesloten. Tijdens de actie van het IBT is er zelfs geen ander personeelslid in de buurt. Getuigen zijn er dus niet.
Met het IBT en zijn gelegaliseerd geweld achter de hand, is het uiterst simpel de orde in bajessen te handhaven. De meeste gevangenen zijn bang voor hen. Toch zijn er gelukkig ook gevangenen, die ondanks de IBT-terreurdreiging in hun protesten blijven volharden. Laten we die mensen vooral steunen waar we maar kunnen!
Lees ook Joke Kaviaars ervaringen met het IBT in:
"SPUUG ZAT!".
Een veelzeggend voorbeeld ter illustratie:
EEN FRAGMENT UIT DE NOVA-UITZENDING VAN 27 MEI 2008
NOVA: Incidenten van niks die uitmonden in geweld en opsluiting in de isoleer. Het is precies wat Jeanmarie overkwam. Bijvoorbeeld tijdens een van de dagelijkse uurtjes buitenlucht, vorig jaar mei, terwijl er een steunbetuiging van demonstranten buiten het hek gaande was, op de plek waar de doden van de Schipholbrand iedere maand herdacht worden. Voor de gedetineerden juist een uitzonderlijk vreedzaam moment.
JEANMARIE: Heel even vergaten we dat we in detentie zaten.
NOVA: Jullie voelden je weer mens.
JEANMARIE: Ja, dit waren onze vrienden. Maar het probleem was dat we elkaar niet de hand konden schudden, want er stonden niet één, maar twee grote hekken tussen. In een mum van tijd kwamen er veel bewakers aan.
NOVA: De mannen werden door de bewakers naar binnen gestuurd. Maar ze weigerden omdat het uurtje buitenlucht nog lang niet om was. Toen ze uiteindelijk toch weer in hun cellen zaten, kwam hen dat op een represaille te staan.
JEANMARIE: Ze namen ons apart mee. Ik hoorde een vreselijk geschreeuw in het
detentiecentrum van de mensen die aangepakt werden, als criminelen behandeld: handboeien om, niet wetend waar ze heen gingen. We hoorden hen schreeuwen: Vermoord me niet. Ik wil hier weg.
BEWAKER: Dan wordt er het IBT-team gebeld, dat is het Intern Bijstands Team, die met wapenstokken en helmen en sl??? aan komen stormen om deze gedetineerde uit zijn cel te halen en vervolgens met veel geweld de handboeien om te doen ...
NOVA: Geweld?
BEWAKER: Nou ja, er wordt geslagen, geschopt, als men dat nodig vindt. En natuurlijk allemaal onder het mom dat het nodig is.
JEANMARIE: Een serieuze militaire operatie, zo zie ik het. Want je zag de gezichten van die mensen niet, alleen hun schilden. En wapenstokken, waarmee je gemakkelijk iemand z’n ruggengraat kan breken. Ze sprongen op me, trokken me omver en, wat het meeste pijn deed, was dat ze m’n hoofd tegen een muur drukten.
BEWAKER: Dan word je als iel mannetje door zes man op de grond geworpen en de
handboeien worden je om gedaan en het liefst krijg je nog een stomp of een schop
in je gezicht, want je hebt maar te luisteren, je hebt maar te doen wat er gezegd wordt.
JEANMARIE: Ik draaide me om naar degene, die de leiding had en zei: Ik zei
toch dat ik mee zou werken. Maar hij luisterde niet naar me.
BEWAKER: Dan wordt er iemand afgevoerd alsof hij weet-ik-veel wat gedaan heeft. Terwijl het soms iets is waar met een normaal gesprek wel uitgekomen zou zijn.
NOVA: Maar in plaats daarvan verdween Jeanmarie voor vier dagen in een isoleercel.
JEANMARIE: Het was heel koud. Ik weet niet waarom ze het matras en de dekens weghaalden. Het was een soort martelmethode die ze toepasten. Om je te laten zien dat je hier bent om te lijden.
Reactie HENK KAMP – VVD - lid Tweede Kamer: (….) we zijn er ook voor dat gevangenen,
illegaal of niet, dat die altijd, in alle omstandigheden, netjes behandeld worden. (……)
Dit is Nederland en in onze gevangenissen daar worden gevangenen netjes behandeld. Gebeurt dat niet, dan moet dat gecorrigeerd worden.
Uit: reactie van staatssecretaris Albayrak op 11 juni 2008 aan de voorzitter van de tweede kamer n.a.v. de De NOVA-uitzending van 27 mei jl. over de omgang met vreemdelingen in detentiecentra
Inzet Intern Bijstands Team
In de uitzending werd een beeld geschetst van de inzet van het Intern Bijstands Team (IBT) binnen de inrichtingen voor vreemdelingenbewaring. Het IBT zou bij fricties tussen personeel en de vreemdelingen te snel worden ingezet, bovendien met gebruik van buitensporig geweld. Dit beeld correspondeert niet met de werkelijke situatie.
De inzet van het IBT is de laatste schakel bij fricties tussen personeel en gedetineerden of tussen gedetineerden onderling. Als ondanks herhaalde pogingen, door middel van deëscalerend bedoelde communicatie met de gedetineerde, de frictie blijft bestaan en het risico van een geweldsuiting wordt waargenomen, kan de locatiedirecteur tot de inzet van het IBT besluiten. In dat laatste geval zal ook de IBT-commandant eerst nog proberen de gedetineerde ertoe te bewegen zich naar een afzonderingscel te begeven. Het gebruik van geweld dient proportioneel te zijn. Daarbij wordt zonodig gebruik gemaakt van de schilden en is het gebruik van de wapenstok een ultimum remedium.
Over elke inzet van het IBT wordt een evaluatierapport opgemaakt. Indien de leiding van de inrichting op basis van dat rapport meent dat niet juist is gehandeld, wordt een melding ‘bijzonder voorval’ aan de hoofddirectie van DJI gezonden. Afhankelijk van de aard van de melding word ik hierover geïnformeerd.
Ook in dit soort gevallen heeft de gedetineerde het recht om beklag te doen bij de CvT, en kan zonodig aangifte worden gedaan bij de politie. Een IBT-inzet wordt vrijwel altijd gevolgd door plaatsing in een straf- of afzonderingscel.
Standaard wordt de gedetineerde hier binnen 24 uur gezien door een arts en dagelijks door een verpleegkundige. Beiden rapporteren hun bevindingen in het medisch dossier van betrokkene. Als een arts verwondingen constateert, maakt hij daarvan tevens melding aan de directeur.
In de zaak van ‘Jean Marie’ is een klacht namens twee vreemdelingen door de advocaat van ‘Jean Marie’ ingediend bij de CvT op het Uitzetcentrum (UC) Schiphol-Oost. De klacht ging over inzet van het IBT in mei 2007 tijdens een onaangekondigde wake van demonstranten bij het monument op Schiphol-Oost. Dit gebeurde tijdens het luchten. ‘Jean Marie’ en enkele andere vreemdelingen weigerden, toen de demonstranten bij de hekken van de luchtplaats kwamen, ondanks herhaalde instructie van het personeel, om naar binnen te gaan. De locatiedirecteur van de inrichting had de politie telefonisch verzocht om de demonstranten van het terrein van het UC te verwijderen. Tot de komst van de politie achtte de directeur het in het kader van het handhaven van de orde, rust en veiligheid noodzakelijk om de vreemdelingen naar hun cel te laten terugkeren. Toen ‘Jean Marie’ en 11 anderen dit weigerden, is besloten tot inzet van het IBT.
De CvT kwam na behandeling van de klacht tot het oordeel dat er in deze zaak geen sprake was van disproportioneel gebruik van geweld door het IBT.
Janneke van Beek,
18 juni 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten