woensdag 2 juni 2010

Gedwongen deportatie per lijnvlucht

"Als een pakketje droegen ze me het vliegtuig in. Wij waren de eerste passagiers, de achterste zes stoelen waren voor ons gereserveerd. Voor mij, voor vier marechaussees in burger en voor een man van de IND."

 

Een man uit Somalië, laten we hem Abdi noemen, vertelde ons over zijn deportatie uit 2008. Zijn verhaal geeft een goed beeld van hoe een uitzetting van iemand die niet meewerkt verloopt, en heeft een happy end.

“Ik zat al een jaar vast op de bajesboot in Rotterdam. De rechter had mijn bewaring opgeheven, maar de IND ging onmiddellijk in beroep. Op een zondag kort daarna, toen ik stond te douchen, ging de celdeur open. Meerdere bewakers kwamen binnen. “Je gaat op transport, naar een ander detentiecentrum!”
Ik reageerde verbaasd, want ‘transport’ vindt nooit op zondagen plaats..
Ze verzekerden me dat ik wel degelijk mijn spullen moest pakken – ik zou samen vervoerd worden met een Pakistani, die vrijwillig uitgezet werd naar zijn land van herkomst.

Eenmaal in het busje, bleek tot mijn grote schrik dat de bedoeling was dat ook ík zou worden uitgezet. Zonder reispapieren – ik had geen ID, en zij hadden geen uitzetpapieren geregeld.

Op vliegveld Schiphol zei ik dat ik niet uitgezet wilde worden. “Je gaat niet meewerken?” vroegen de marechaussees. “Nee!” zei ik. Met een groep marechaussees maakten ze elk verzet gelijk onmogelijk. Ze deden me handboeien om, vastgemaakt aan een riem. Ze boeiden mijn voeten, en vervolgens maakten ze de handboeien aan de voetboeien vast. Ik kon niet meer lopen, alleen gehurkt zitten.

Als een pakketje droegen ze me het vliegtuig in. Wij waren de eerste passagiers, de achterste zes stoelen waren voor ons gereserveerd. Voor mij, voor vier marechaussees in burger en voor een man van de IND.

De lijnvlucht ging naar Dubai. Ik besloot me rustig te houden, en pas in Dubai te gaan protesteren. Intussen werden mijn boeien plus riem anders afgesteld, zodat ik mijn armen wijder kon doen. Ik mocht zoveel eten en drinken als ik wilde.

Toen we geland waren, kwam de gezagvoerder naar ons toe en zei dat mijn boeien moesten worden losgemaakt. “U bent nu in Dubai, hier geldt het Nederlandse recht niet”. De marechaussees maakte mijn boeien los en drukten me 50 euro in de hand.
Ze brachten me naar de grenspolitie. Daar bleken mijn papieren niet in orde te zijn – er was geen laissez passer geregeld. De grenspolitie vroeg of ik vrijwillig terug ging naar mijn land. “Nee, ik word gedwongen, en ik wil niet terug”, zei ik. Ze gingen van alles uitzoeken, de marechaussees vertrokken richting hotel.

Uren later werden de marechaussees teruggeroepen: zonder reispapieren kon ik niet tegen mijn wil worden uitgezet. We konden met de eerst mogelijke vlucht weer terug naar Amsterdam.

De marechaussees waren woedend. Ze zeiden dat ze net bezig waren geweest met een feestje. Ik zag dat ze een paar lijntjes coke snoven, waarschijnlijk om wakker te blijven. Ze wilden de 50 euro terug die ze me hadden gegeven, want geen uitzetting, geen oprotpremie. Ik had inmiddels meerdere telefoongesprekken gevoerd met mijn advocaat en mijn familie, dus het geld was op.

De marechaussee wilde me alvast weer boeien omdoen, maar dat werd tegengehouden door de grenspolitie – “Wij willen niet dat mensen op het vliegveld geboeid rondlopen”.

In het vliegtuig kreeg ik niets te eten of te drinken aangeboden. Een stewardess begon te huilen toen ze me geboeid zag zitten. Maar de copiloot troostte haar en zei dat ze juist blij moest zijn voor me, omdat mijn uitzetting niet gelukt was en ik terugging naar Nederland.

Na aankomst werd ik gelijk opgesloten in een cel in Schiphol-Oost, en de volgende dag vrijgelaten, met een brief dat ik binnen 24 uur het land diende te verlaten. Aangezien ik toen al meer dan 15 jaar in Nederland woonde en ik hier familie en vrienden heb, ben ik gebleven.
Janneke van Beek, 2 juni 2010

Geen opmerkingen:

Een reactie posten